Bereidingswijze

1. Breng water met de bouillontablet aan de kook en zet het vuur laag. Snijd de ui en knoflook fijn. Rasp de courgette grof en giet er kokend water over. Giet af en druk met een lepel het overtollige vocht eruit.

2. Verhit de boter in de pan, voeg de ui en de helft van de knoflook toe en bak 1 min. Voeg de risottorijst toe en bak 3 min. tot de korrels glazig zijn. Voeg een scheutbouillon toe en roer tot deze is opgenomen. Blijf herhalen tot de rijst beetgaar is. Dit duurt 20-25 min., het kan zijn dat je wat bouillon overhoudt.

3. Boen de citroen schoon en rasp de schil en pers die helft uit. Doe de peterselie met de helft van de olie, 15 ml water (per 2 personen), een ½ el citroensap (per 2 personen) en de rest van de knoflook in een hoge beker en pureer met de staafmixer.

4. Bestrooi de vis met peper en eventueel zout. Doe de bloem in een diep bord en haal de kabeljauw erdoor. Verhit de rest van de olie in de koekenpan en bak de kabeljauw in 6-8 min. op middelhoog vuur goudbruin en gaar. Keer halverwege.

5. Voeg de geraspte courgette toe aan de risottorijst, schep voorzichtig om. Neem de pan van het vuur en voeg de kaas toe. Breng op smaak met peper en eventueel zout. Verdeel de rucola over diepe borden, schep de risotto erop en serveer met de kabeljauw. Bestrooi met citroenrasp en garneer met de peterselieolie in de vorm van een hartje.